zaterdag 24 maart 2012

Jeremy

Ik duwde geagiteerd mijn bril hoger op mijn neus en staarde ingespannen naar de tekentjes voor mijn neus. Professor Pearson had me deze foto gestuurd in de vakantie van het meest recent gevonden stuk papyrus met een Griekse tekst erop. Het was alleen niet echt een stuk papyrus. Het waren eerder kleine snippertjes waar eigenlijk niks uit op te maken viel. Er miste gewoon teveel. Pearson had met kriebelige letters in een brief geschreven dat hij het me eigenlijk helemaal niet mocht geven, maar dat hij dacht dat ik het zeer interessant zou gaan vinden. En daar had hij gelijk in gehad. Papyrologie was mijn specialiteit. Ik vond het geweldig om een tekst te creëren uit losse woorden, soms zelfs alleen maar losse letters. Papyrologie was een extra college wat ik volgde op de universiteit. Ik was er in korte tijd best goed in geworden en had al best wat kleine dingetjes ontcijferd. Het probleem was, dat die kleine dingetjes ook altijd al door iemand anders waren ontcijferd. Maar bij deze tekst was dat niet het geval. Deze tekst was nog maar net gepubliceerd en er wisten nog maar weinig mensen vanaf. Ik was er deze zomer al een paar weken mee bezig geweest, maar ik was niet heel erg opgeschoten. En nu was ik er dus weer mee bezig. Er lagen een paar boeken om me heen die me zouden kunnen helpen, maar het belangrijkste wat ik nu moest doen, was uit zien te vinden welke woorden er in dat enorme gat zouden kunnen passen. Ondertussen kreeg ik lichtjes mee wat er in de hut gebeurde. Liam en Riley waren vertrokken. Waarom precies wist ik niet. Kort daarvoor was een ander meisje de hut uit gestampt. Volgens mij begon haar naam met een A. Hunter was erachteraan gegaan en de andere jongen was ook vertrokken. De overgebleven meisjes waren een gesprek aan het voeren wat nogal oppervlakkig klonk. Het moest een zelfstandig naamwoord zijn. En het werkwoord.. Eimi? Misschien was het eimi-zijn.. Of eimi-gaan.. Ik beet op de pen in mijn mond en wreef even in mijn ogen. Ik keek nog eens naar de woorden die nog wel leesbaar waren. Het was alsof er allemaal losse puzzelstukjes in mijn hoofd zweefden. Puzzelstukjes waarvan ik wist dat ze in elkaar pasten, maar dat er alleen nog een paar misten. Ik sloot mijn ogen eventjes en probeerde mijn hoofd leeg te maken. Soms werkte het, het beste om met een vernieuwde blik naar de tekst te kijken. Ik opende mijn ogen weer en keer naar de zin. Maar wacht eens.. Dat was het! Dat was het gewoon! Ik sloeg mijn hand voor mijn mond en zwaaide mijn voeten over de rand van het bed. "Dat is het! Ik heb het gevonden!" riep ik enthousiast. Samantha en Arlynn keken me een beetje verbijsterd aan. Ik griste de foto van het bed en begon op en neer te springen. "IK HEB HET GEWOON GEVONDEN! WOOHOO!" Schreeuwde ik. Er stond een grijns van oor tot oor op mijn gezicht. Ik rende naar de deur. Professor Pearson moest hiervan weten. "Ik heb het gevonden!" riep ik nog eens, voordat ik de deur open deed en naar buiten rende.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten