zaterdag 12 november 2011

Arlynn

Robert, de conciërge, kneep mijn bovenarm zowat fijn. Het deed pijn. Ik had tranen in mijn ogen staan. Waarom werd ik hierbij gesleept. Ik had niets gedaan. "Iedereen naar mijn kantoortje. Nu. Iedereen!" riep Collins. Robert liet mijn arm los en gaf me een duwtje. "Doorlopen." bromde hij. Met zijn achten en Collins plus Robert liepen we naar het kantoortje. Iedereen was stil, behalve Ashleigh. Ze was druk aan het protesteren. Iedereen leek haar te negeren. We kwamen bij het kantoortje aan en iedereen ging ergens staan of zitten. Ashleigh was nog steeds niet klaar met protesteren. "Kun je alsjeblieft je kop houden? Ik krijg hoofdpijn van je" bromde de vreemdeling die me vanochtend had getroost. Collins schraapte zijn keel. "Jullie begrijpen dat dit niet getolereerd kan worden neem ik aan!" zei hij luid. "Maar meneer, ik heb niets gedaan!" begon Ashleigh weer. "Ik ook niet! Ik ook niet!" viel ik in. Er hing zo'n naar gevoel rondom me. Ik had hier helemaal niets mee te maken. "Stilte!" Collins begon te ijsberen. "Ik zal er geen doekjes om winden, jullie worden voor vier weken naar de strafhut verbannen. Daar kunnen jullie eens goed nadenken over wat jullie hebben gedaan. Alleen les, geen computer, geen plezier, alleen maar dat muffe hok. Dat zal jullie leren." zei hij. "Wat!" Ik kon ieder moment weer gaan huilen. Vier weken met die vreemde in een hok zitten voor iets dat ik niet had gedaan. "Meneer, ik ben het hier absoluut niet mee eens!" Iedereen begon door elkaar te praten. Ik hield me er nu buiten. Ik had het al helemaal gehad.

vrijdag 11 november 2011

Riley

De stilte leek minuten lang te duren en alles leek in slowmotion te gaan. In werkelijkheid duurde het maar twee seconden, en ging alles op precies dezelfde snelheid als normaal, maar in mijn hoofd was het een grote dramatische filmscene. Ik stond met wijdopengesperde ogen op en probeerde over de mensen voor me, die ook waren gaan staan, heen te kijken om een glimp van Jameson op te kunnen vangen. "Crap." mompelde ik zachtjes. "Kom, laten we gaan kijken." hoorde ik een stem naast me. Liam legde zijn hand op mijn schouder en duwde me voorzichtig voor zich uit, de rij door. Op mijn beurt duwde ik Jeremy weer tegen zijn rug. Hij zag eruit alsof hij elk moment flauw zou kunnen vallen. Zijn gezicht was zo wit als schapenwol. Nog iets witter zelfs. Hunter en Brandon liepen weer daarvoor. De wereld was ondertussen weer in beweging gekomen, en hoe. Overal praatten mensen druk door elkaar heen en vanuit hoeken van de zaal renden mensen naar de plek waar Jameson lag, om hem zo snel mogelijk de zaal uit te kunnen helpen. We kwamen op een punt waar we goed zicht hadden op de situatie. Jameson lag ondertussen op een brancard met een nekkraag om. Ik beet op mijn lip. "Sam?" hoorde ik opeens Brandon zeggen en ik zag hoe hij weg liep naar de hoek van de zaal waar een trap naar het podium was. Daar, bij het gordijn, stond een meisje tegenover een grote, grijze meneer. Collins. De onderdirecteur. Ik wendde mijn blik af van het Jameson gebeuren en volgde hem. Ik wist niet zo goed waar ik anders heen moest. Ik wist dan Jeremy, Liam en Hunter me ook volgden. Toen we dichtbij genoeg waren gekomen, kon ik zien dat het meisje dat Brandon Sam had genoemd er bleek uit zag. Ze had het treintje in haar handen. De radertjes in mijn hoofd draaiden koortsachtig. Het treintje had de draadjes niet gebroken toen het had gemoeten. Jameson had iets tegen ene Samantha gezegd, en hier stond nu een meisje op het podium met een treintje in haar handen dat Sam werd genoemd. Het paste opeens allemaal als een grote puzzel in elkaar. "Heeft ze.. Nee toch.." mompelde ik. "Kennelijk wel." zei Liam met een grimas. Brandon was het podium opgeklommen en stond ondertussen naast Samantha. "Dit betekent een zware straf!" zei Collins met zijn piepstem. Zijn gezicht was knalrood en het leek erop dat hij de preek in een adem had uitgesproken. Het huilen stond Samantha duidelijk nader dan het lachen. "Maar.. Maar.." stamelde ze. Het leek erop alsof ze er niet meer dan dat uit kon brengen. "We bespreken dit verder op mijn kantoortje." zei Collins, en hij greep het radeloze meisje bij haar bovenarm. "Zij was het niet!" klonk op eens een stem vanuit het publiek. Ik draaide me in een beweging om. Een meisje met een strakke knot in haar haren en een keurig, strak kokerrokje keek een beetje verwaand, maar vastberaden naar Collins. Ik haalde even een wenkbrauw op. Er zat vast flink wat geld in dat rokje. Genoeg om een degelijke fiets te kopen, waarschijnlijk. "Oh ja? En wat laat je dat dan denken, juffrouw.." "Ashleigh. Ashleigh Meredith Templeton-Hales." zei het meisje. Zo zo. Bij het dure rokje hoorde ook nog een dure naam. "En dat weet ik, omdat ik het gezien heb. Samantha probeerde het treintje alleen maar tegen te houden. Ze had er niets mee te maken, en wilde alles alleen maar stoppen. Deze vijf hier echter, zijn maar al te schuldig." zei ze met een gebaar in de richting waar Liam, Hunter, Jeremy en ik nog steeds stonden. Ook wees ze nog naar Brandon, op het podium. "Goed. In dit geval gaan jullie ook mee naar mijn kantoortje. En wel nu!" zei Collins, kennelijk een beetje van zijn apropos gebracht. Mijn hersenen werkten weer op volle toeren. "Ach Ashleigh. Dat vind ik toch een beetje sneu hoor. Uit het complot stappen als het je te heet onder de voeten wordt. Dat had ik nou niet van je verwacht." Zei ik snel. Het meisje keek me gedesoriënteerd aan. Ook Collins leek een beetje in de war. "Hoe bedoelt je dat nou weer." zei hij geïrriteerd, maar toch een tikje nieuwsgierig. Liam scheen door te hebben waar ik heen wilde. "Wat ze bedoelde, meneer, was dat Ashleigh hier even schuldig is als dat wij dat zijn. We hebben het plan met z'n allen uitgevoerd." zei hij. Collins scheen te twijfelen. "Dat is niet waar!" zei Ashleigh schel. "Meneer Collins. Deze hier was aan het filmen." Robert, de conciërge, kwam aanlopen met een meisje met witblond haar van wie hij de bovenarm zo'n beetje fijn kneep in zijn enorme handen. Het leek Collins allemaal wat te veel te zijn geworden. Hij wist niet meer wat hij met de situatie aan moest. "Iedereen naar mijn kantoortje. Nu. Iedereen!" riep hij uiteindelijk luid, en hij banjerde de zaal uit, hij had Samantha nog steeds bij haar bovenarm vast.

zaterdag 5 november 2011

Liam

Stuiterend van opwinding zat ik op mijn klapstoeltje te wachten tot de ceremonie begon. Riley zat naast me en was al net zo hyper als ik. Op de andere stoel naast haar zat Jeremy voor zich uit te staren alsof hij een moord had gepleegd. Riley fluisterde hem af en toe wat geruststellende woordjes toe. Aan mijn linkerkant zat Hunter onderuitgezakt op zijn stoel met een afstandsbediening. We hadden de afgelopen paar uur allemaal fanatiek zitten knutselen om ons meesterplan in werking te zetten. Overal achter de coulissen waren nu touwtjes gespannen. Aan één van de touwtjes hing een grote emmer vol stroop, en ernaast een plastic bak vol veren. Zelf begreep ik al helemaal niks meer van de ingewikkelde constructie, maar als ik Jeremy moest geloven hoefde maar één touwtje te knappen, en de emmer zou omkieperen, en de bak met veren een seconde later. Dus hadden we het draadje dat ongeveer vijf centimeter boven de grond was gespannen zo verzwakt dat een aanrijding van Hunter's treintje de genadeklap zou zijn. Tot mijn groot genoegen zag ik een paar rijen verderop een meisje met een camera zitten. Geweldig! Onze stunt zou nog vereeuwigd worden ook! Ik keek verder om me heen. De zaal was inmiddels zo goed als vol. Ik stoote Riley aan. "Hoe lang nog?" Riley trok haar mobieltje uit haar broekzak en keek op het schermpje. "5 minuutjes voordat de ceremonie begint." zei ze met een brede grijns. Ik knikte even. "Wanneer zullen we toeslaan?" Ik keek vragend naar Hunter. Hij haalde zijn schouders op. "Geef maar een gil en ik druk op de knop." Riley keek me schattend aan. "Niet gelijk aan het begin..." zei ze langzaam. "Hij moet middenin een zin zijn." Ik knikte goedkeurend. "Misschien wanneer hij over de regels begint... Ken je de speech nog van vorig jaar?" Als ik me niet vergiste zat Riley een jaar later dan ik, dus had ze de speech nog maar één keer meegemaakt. Maar blijkbaar had ze een goed geheugen, want ze knikte een paar keer. "Flarden." zei ze peinzend. "Eerst had hij het over hoe geweldig deze school wel niet was, en op een gegeven moment zei hij iets als... 'Maar ik moet jullie teleurstellen. Het gaat hier niet allemaal over rozengeur en-'" "One-night-stands!" viel ik bij. Riley klapte enthousiast in haar handen. "Dat vond ik zo raar!" lachte ze. "Welk schoolhoofd zegt nou zoiets?" Ik haalde mijn schouders op. "Geen idee, maar hij zegt het ieder jaar. Dus denk jij wat ik denk?" Riley knikte heftig. "Jazeker. Great minds think alike." Ik grijnsde en wendde me tot Hunter. Die had het hele gesprek gevolgd en knikte nu met een vage glimlach om zijn lippen. "Dat lijkt me wel een goed moment." zei hij droogjes. Op dat moment ging het zaallicht uit en de spots op het podium aan. Onder ongeïnteresseerd applaus schrijdde het schoolhoofd het podium op. Hij stak beide handen op om het publiek tot stilte te manen. Jameson was een lange statige man met keurig gekamd donker haar, zoals altijd gehuld in een driedelig pak. Even schraapte hij zijn keel, voordat hij zijn speech begon op exact dezelfde manier als de twee voorgaande jaren. "Welkom, studenten. Het doet me deugd om jullie hier allemaal te zien zitten. Gezond en uitgerust, en klaar voor een nieuw studiejaar. De eerstejaars heet ik welkom. Het is mij een eer om jullie hier te mogen ontvangen, en ik hoop van harte dat we al jullie verwachtingen waar kunnen maken. Tegen oude vrienden zeg ik welkom terug, en ik vraag van jullie een gunst. Namelijk je te ontfermen over hen die hier voor het eerst zijn." Riley zat met open mond te luisteren. "Niet te geloven." fluisterde ze. "Hij zegt gewoon exact hetzelfde als vorig jaar!"
Minuten kropen voorbij. De zalvende stem van Jameson galmde door de zaal, en de meeste aandacht was hij al verloren. Maar Riley en ik letten beter op dan we ooit hadden gedaan. Het meeste wat hij zei ging langs ons heen, maar beiden hielden we onze woorden gespitst, wachtend op die ene zin. En na wat een eeuwigheid leek te duren kwam die dichterbij. Jameson was eindelijk uitgepraat over de vele kwaliteiten van onze universiteit, en nam nu een slok water uit het glas dat op zijn lessenaar stond. Meestal begon hij na die slok over de regels. En ja hoor. Ik keek opzij en zag dat Riley haar lippen meebewoog met de woorden van de directeur. "Maar ik moet jullie teleurstellen..." Mijn hart bonkte in mijn keel. Riley leek mijn blik te vangen en even keken we elkaar ademloos aan, wachtend op dat ene woordje. "...One-night-stands." "Nu!" sisten Riley en ik in koor, en Hunter drukte een paar knopjes in op de afstandsbediening. Een paar seconden hield ik mijn adem in, maar er gebeurde niks. Ik keek verbaasd naar Hunter, maar ook die leek het niet te begrijpen. Toen pas drong het tot me door dat Jameson gestopt was met praten. Hij keek nu met opgetrokken wenkbrauwen opzij, naar iets in de coulissen dat wij niet konden zien. Even voelde ik een onaangename druk op mijn borstkas. Had hij het treintje gezien? "Wat doet u hier, juffrouw Samantha?" klonk de stem van Jameson door de zaal. Er klonk een zacht geroezemoes. Iedereen vroeg zich af wat er gaande was. Er kwam geen antwoord tot Jameson zijn vraag herhaalde. Riley en ik wisselden een gespannen blik. Zodra we weer naar het podium keken klonk er een doffe klap, gevolgd door een gesmoorde schreeuw, en als in slow motion kwam de plakkerige bruine substantie naar beneden. Jameson wankelde op zijn plaats terwijl de veertjes om hem heen dwarrelde en bleven plakken in de stroop. De zaal werd hysterisch. Sommige mensen schreeuwden of snakten naar adem, maar de meesten lagen dubbel van het lachen. "YES!" siste Riley, en ook Hunter grijnsde voldaan. Een warm gevoel trok door me heen. Het was ons gelukt! Maar ik juichte te vroeg. Jameson leek nog niet helemaal begrepen te hebben wat er gebeurd was. Trillend van woede keek hij de zaal in. "Dit... Dit is absoluut onacceptabel!" bulderde hij. Hij probeerde de veertjes van zich af te schudden maar gleed daarbij uit in de enorme plas stroop waar hij instond. Met open mond keek ik toe hoe hij in een soort vreemde achterwaartse koprol van het podium afviel. Hij maakte een val van zo'n anderhalve meter en kwam toen met een pijnlijke schreeuw op de harde vloer terecht. Plotseling was het doodstil in de zaal. Shit... Dit was niet de bedoeling.

woensdag 2 november 2011

Samantha

Uiteindelijk had ik vlak voor we de zaal weer in moesten Brandon weer gevonden. 'Waar was je nou?' 'Ja waar was jij nou?' geirriteerd dat hij zo bezorgd tegen me deed. Ik kon heus voor mezelf zorgen daarbij had ik plaatjes gekeken met Ashleigh. Van haar vakantiefoto's. Die waren echt mooi. Ik wilde dat ik zo kon fotograferen. Hij pakte mijn arm. 'Brandon wat is er nou?' En hij vertelde het plan dat hij had opgesteld met nog een stel studenten hier. 'Ben je gek geworden?' Hij was blijkbaar teleurgesteld in het feit dat ik het niet met hem eens was.Ik ging zitten. Hij bleef maar fluisteren hoe slim het in zijn werking zat. Maar als ik dat treintje dat het draadje zou aantrekken zou stoppen dan gebeurde er niks. 'Plaspauze.' mompelde ik. 'Maar de pauze is net voorbij.' Ik haastte me het lokaal uit om via een achter deur die kant op te gaan. Ik voelde me even een soort superheld niet dat iemand zou weten dat ik hier dat probeerde tegen te houden. Als het me lukte wist niemand het. Behalve Brandon. Kon my het wat schelen. Ik keek via de coulissen naar het publiek. Die jongen. Die moest het treintje besturen. Dan moest ik even kijken waar hij het beste zicht op had. Daar! Ik zag het treintje. En ik hoorde de directeur. Ik moest snel zijn! Voorzichtig en op mijn tenen probeerde ik daar heen te lopen zodat niemand me zou horen. Ik strekte mijn vingers uit toen ik naar voren boog om dat ding te pakken vlak voordat het, het touwtje zou raken. Ik trok dat treintje tegen me aan. 'Wat doet u hier juffrouw Samantha?' Ik schrok me rot toen ik iemand mijn naam hoorde zeggen. Leraren. Vast en zeker. Ik deed geschrokken een paar stappen achteruit. 'Wat doet u hier vroeg ik?' 'Ik..ik.' Weer een stap achteruit en ik voelde het touwtje tegen mijn enkel en ik duwde het achteruit. NEE! Nu had ik het als nog in werking gesteld. Ik hoorde gelach en gegil. Oh nee de stroop met veren het was verschrikkelijk. Wat had ik gedaan? Wat had Brandon geplant?