vrijdag 11 november 2011

Riley

De stilte leek minuten lang te duren en alles leek in slowmotion te gaan. In werkelijkheid duurde het maar twee seconden, en ging alles op precies dezelfde snelheid als normaal, maar in mijn hoofd was het een grote dramatische filmscene. Ik stond met wijdopengesperde ogen op en probeerde over de mensen voor me, die ook waren gaan staan, heen te kijken om een glimp van Jameson op te kunnen vangen. "Crap." mompelde ik zachtjes. "Kom, laten we gaan kijken." hoorde ik een stem naast me. Liam legde zijn hand op mijn schouder en duwde me voorzichtig voor zich uit, de rij door. Op mijn beurt duwde ik Jeremy weer tegen zijn rug. Hij zag eruit alsof hij elk moment flauw zou kunnen vallen. Zijn gezicht was zo wit als schapenwol. Nog iets witter zelfs. Hunter en Brandon liepen weer daarvoor. De wereld was ondertussen weer in beweging gekomen, en hoe. Overal praatten mensen druk door elkaar heen en vanuit hoeken van de zaal renden mensen naar de plek waar Jameson lag, om hem zo snel mogelijk de zaal uit te kunnen helpen. We kwamen op een punt waar we goed zicht hadden op de situatie. Jameson lag ondertussen op een brancard met een nekkraag om. Ik beet op mijn lip. "Sam?" hoorde ik opeens Brandon zeggen en ik zag hoe hij weg liep naar de hoek van de zaal waar een trap naar het podium was. Daar, bij het gordijn, stond een meisje tegenover een grote, grijze meneer. Collins. De onderdirecteur. Ik wendde mijn blik af van het Jameson gebeuren en volgde hem. Ik wist niet zo goed waar ik anders heen moest. Ik wist dan Jeremy, Liam en Hunter me ook volgden. Toen we dichtbij genoeg waren gekomen, kon ik zien dat het meisje dat Brandon Sam had genoemd er bleek uit zag. Ze had het treintje in haar handen. De radertjes in mijn hoofd draaiden koortsachtig. Het treintje had de draadjes niet gebroken toen het had gemoeten. Jameson had iets tegen ene Samantha gezegd, en hier stond nu een meisje op het podium met een treintje in haar handen dat Sam werd genoemd. Het paste opeens allemaal als een grote puzzel in elkaar. "Heeft ze.. Nee toch.." mompelde ik. "Kennelijk wel." zei Liam met een grimas. Brandon was het podium opgeklommen en stond ondertussen naast Samantha. "Dit betekent een zware straf!" zei Collins met zijn piepstem. Zijn gezicht was knalrood en het leek erop dat hij de preek in een adem had uitgesproken. Het huilen stond Samantha duidelijk nader dan het lachen. "Maar.. Maar.." stamelde ze. Het leek erop alsof ze er niet meer dan dat uit kon brengen. "We bespreken dit verder op mijn kantoortje." zei Collins, en hij greep het radeloze meisje bij haar bovenarm. "Zij was het niet!" klonk op eens een stem vanuit het publiek. Ik draaide me in een beweging om. Een meisje met een strakke knot in haar haren en een keurig, strak kokerrokje keek een beetje verwaand, maar vastberaden naar Collins. Ik haalde even een wenkbrauw op. Er zat vast flink wat geld in dat rokje. Genoeg om een degelijke fiets te kopen, waarschijnlijk. "Oh ja? En wat laat je dat dan denken, juffrouw.." "Ashleigh. Ashleigh Meredith Templeton-Hales." zei het meisje. Zo zo. Bij het dure rokje hoorde ook nog een dure naam. "En dat weet ik, omdat ik het gezien heb. Samantha probeerde het treintje alleen maar tegen te houden. Ze had er niets mee te maken, en wilde alles alleen maar stoppen. Deze vijf hier echter, zijn maar al te schuldig." zei ze met een gebaar in de richting waar Liam, Hunter, Jeremy en ik nog steeds stonden. Ook wees ze nog naar Brandon, op het podium. "Goed. In dit geval gaan jullie ook mee naar mijn kantoortje. En wel nu!" zei Collins, kennelijk een beetje van zijn apropos gebracht. Mijn hersenen werkten weer op volle toeren. "Ach Ashleigh. Dat vind ik toch een beetje sneu hoor. Uit het complot stappen als het je te heet onder de voeten wordt. Dat had ik nou niet van je verwacht." Zei ik snel. Het meisje keek me gedesoriënteerd aan. Ook Collins leek een beetje in de war. "Hoe bedoelt je dat nou weer." zei hij geïrriteerd, maar toch een tikje nieuwsgierig. Liam scheen door te hebben waar ik heen wilde. "Wat ze bedoelde, meneer, was dat Ashleigh hier even schuldig is als dat wij dat zijn. We hebben het plan met z'n allen uitgevoerd." zei hij. Collins scheen te twijfelen. "Dat is niet waar!" zei Ashleigh schel. "Meneer Collins. Deze hier was aan het filmen." Robert, de conciërge, kwam aanlopen met een meisje met witblond haar van wie hij de bovenarm zo'n beetje fijn kneep in zijn enorme handen. Het leek Collins allemaal wat te veel te zijn geworden. Hij wist niet meer wat hij met de situatie aan moest. "Iedereen naar mijn kantoortje. Nu. Iedereen!" riep hij uiteindelijk luid, en hij banjerde de zaal uit, hij had Samantha nog steeds bij haar bovenarm vast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten