maandag 18 juni 2012

Samantha

Ik ging maar weer op mijn bed zitten met een zucht. Het was inderdaad best wel saai zo. Ik bedoel maar ik kende alleen Brandon en die was er vandoor. Het was vast interessant geweest om dat interview iets te doen met Arlynn, wie weet kon ze me wat over haarzelf vertellen en dan kon ik haar vertellen over mij. Alhoewel, ik deed tegenwoordig niet meer echt veel aan sporten. Nu ik er nog beter over na ging denken snapte ik mezelf niet. Al die tijd in welk dorp of stadje dan ook had ik aan dansen gedaan op een of andere dans school, dus waarom was ik er nu mee gestopt? Ja ik liep hard in de zomervakantie maar dat was eigenlijk alleen om mijn conditie een beetje op te bouwen. Was ik maar zo loyaal aan sport als Brandon aan zijn basketbal. Ik hoopte maar voor hem dat hij nog aanvoerder mocht blijven, of in ieder geval mee mocht doen aan de sport. Ik pakte uiteindelijk maar een boek uit mijn koffer omdat ik niet wist wat ik in hemelsnaam tegen Ashleigh, Hunter of Arlynn moest zeggen. Ik hoopte dat Arlynn straks nog een interview met me wilde doen, nogmaals in de hoop om haar beter te leren kennen. Het zag er misschien heel nerdie of stom uit maar ik ging mijn nieuwe boek voor dit schooljaar lezen, al kon ik me er niet op concentreren omdat ik nog steeds wachtte op Brandon. Immers wist ik net zo goed als hem dat ik niet boos kon blijven tot mijn spijt af en toe. Gelukkig kwam hij niet veel later terug en zijn grijns op zijn gezicht zei me genoeg. Ik sloeg het boek dicht en legde die op mijn bed en stond op en liep hem tegemoet. Het rare was toch dat hij zo vrolijk was dat hij me optilde en een rondje draaide. Ik wist dat ik licht en klein was maar hij kon ook overdrijven. 'Ik neem aan dat je nog aanvoerder bent.' zei ik dan ook maar toen hij me eindelijk weer op de grond had gezet. 'Zeker weten. Collins ging er tegen in maar mijn hele team viel bij. Man wat voelt het goed om mijn team te zeggen.' Fijn, eigenlijk was dat sarcastisch. Nu hij straks bijna elke dag ging trainen voor Basketbal zat ik hier in dit vieze muffige huisje en hij was weg. Ik kon hem moeilijk iedere keer gaan stalken. 'Je bent nog aanvoerder?' vroeg Arlynn ondanks dat ik ervan uit ging dat ze het wel door had. 'Ja, bedankt Arlynn ik was zelf niet op het idee gekomen.' Het gaf me een steek van jaloezie, zonder enige goede reden, waarom bedankte hij Arlynn nou. Zo'n geweldig idee was het nou ook weer niet. Waarom deed ik nu in een keer zo over Arlynn?

donderdag 7 juni 2012

Arlynn

Met een glimlach keek ik hoe Jeremy enthousiast wegrende. Hij was de hele tijd zo stil en serieus geweest, die opwekking kwam als een totale omslag. Ik groef in mijn tas en zocht mijn camera, godzijdank was die niet afgenomen. Ik was alleen nog maar met Samantha in het huisje. Ik richtte mijn camera op haar. "Zou je het erg vinden als ik je wat dingen vroeg over beweging en sport?" vroeg ik. "He? Nee, ga je gang" zei Samantha met een glimlach. Ik zette mijn camera aan. "Er beoefenen erg veel mensen een sport. Doe jij zelf ook aan sport?" Samantha trok haar mond open om te antwoorden toen er drie piepjes uit mijn camera kwamen. Accu leeg. Ik rolde met mijn ogen. "Ik moet eerst de accu opladen, sorry!" Ik tuitte mijn lippen uit ongenoegen. Ik haalde mijn tas onder het bed uit. Dit deed ik wat onhandig wat me een steek in mijn rug opleverde. Tranen van pijn schoten in mijn ogen. Ik snoof even en ritste mijn tas open. Na wat gegrabbel tussen mijn spullen had ik de accuoplader van mijn camera gevonden. Nu nog een stopcontact. Mijn ogen flitste door het kleine hutje. Er was bij de deur een stopcontact. Deze keer voorzichtiger, stond ik op en liep ik langzaam met de stekker in mijn hand naar de deur. Ik duwde de stekker in het stopcontact op het moment dat de deur open ging en Hunter en Ashleigh binnen kwamen lopen. Ik begroette ze met een glimlach. Hunter klauterde zijn bed op en ging in kleermakerszit zitten. Hij keek vredig het huisje door. Ashleigh ging met een opgeheven hoofd op haar bed zitten. "Hopelijk komen die twee snel terug met de koffie, ik heb dorst" zei Hunter met zijn zware stem. Daarna werd het stil. Ik ging ook maar weer op mijn bed zitten. Het was hier best saai als niemand wat zei. Maar we hadden niet echt iets om over te praten denk ik. We waren allemaal vreemdelingen voor elkaar. Ik keek naar hoe Hunter een modeltreintje uit zijn tas haalde. Hij ging heel geconcentreerd aan de slag met een schroevendraaier en een doosje onderdelen. Het was alsof hij alles om zich heen buitensloot en alleen het treintje nog maar belangrijk was. Ineens schoten zijn ogen omhoog en betrapte hij me tijdens het staren. Met een lichte blos keek ik weg.